Bliksem- en overspanningsbeveiliging voor camerabewakingssystemen (CCTV)
Beveiliging van energie-, data- en besturingskabels in één apparaat
Camerasystemen zijn bedoeld voor de bewaking van ruimten, gebouwen en pleinen, om onbevoegde toegang of criminele activiteiten te registreren. De hoge beschikbaarheid van deze videobewakingssystemen moet te allen tijde zijn gewaarborgd.
Om uitval van de camera's en de weergavesystemen te voorkomen, moeten de componenten tegen atmosferische ontladingen en overspanningen worden beveiligd. Voor een betrouwbaar bliksembeveiligingsconcept moeten zowel energie- als datakabels en de besturingskabels van het camerasysteem tegen overspanningen zijn beveiligd.
OBO heeft voor deze uitdaging op maat gemaakte oplossingen ontwikkeld, waarmee energie-, data- en besturingskabels gelijktijdig met slechts één apparaat worden beveiligd. Met de combibeveiligingen PND-2in1 en PND-3in1 en de Net Defender ND-CAT6 kunnen analoge en IP-camerasystemen efficiënt worden beveiligd.
Videobewakingsinstallaties: zo worden deze toegepast
Bij de camerasystemen betreft het over het algemeen CCTV-systemen (Closed Circuit Television-systemen), waarvan de registratie, in tegenstelling tot algemene camera-installaties, alleen is bedoeld voor een beperkte gebruikerskring. Anders dan bijvoorbeeld bij uitzendingen voor de openbare televisie, zijn de opgenomen beelden alleen toegankelijk voor een beperkt aantal ontvangers (Closed Circuit). CCTV-camerasystemen zijn vaak buiten gebouwen of aan objecten geïnstalleerd en worden dus ook blootgesteld aan, mogelijkerwijs schadelijke, invloeden zoals bijvoorbeeld onweer.
Bij onweer kunnen de apparaten
- door een directe blikseminslag onherstelbaar worden beschadigd,
- of door een blikseminslag op afstand beschadigd raken, wanneer tijdens het vrijkomen van elektromagnetische golven overspanningen in de verbindingskabels worden geïnduceerd.
Technische opbouw van de camerabewakingsinstallaties
Bij camerasystemen bestaan in de opbouw diverse verschillen. Voor de video-overdracht wordt als kabelmedium vaak een coaxkabel met BNC-stekkerverbinding of een twisted-pair-kabel gebruikt.
Wanneer de camera bovendien een regeleenheid heeft voor het kantelen en draaien van de camerakop, dan wordt deze overdracht normaal gesproken via een seriële RS485-interface via een twee-aderige/twisted-pair-kabel gestuurd. Een driepolige kabel wordt gebruikt voor de voedingsspanning.
Afhankelijk van de uitvoering worden vaak ook de data- en video-interfaces samen geïnstalleerd, bijvoorbeeld door een RJ45-netwerkaansluiting.
Moderne IP-camera's hebben een enkele RJ45-aansluiting, via welke het data- en het videosignaal worden overgedragen en ook de voedingsspanning via Power over Ethernet (PoE).
Belangrijk: Om aan de eisen van een omvangrijk overspanningsbeveiligingsconcept te kunnen voldoen, moeten alle leidingen in de potentiaalvereffening worden opgenomen.
De combi-beveiligingscomponenten voor efficiënte overspanningsbeveiliging
Onze PND-apparaten en Net Defender zijn speciaal ontwikkeld, om de technische verschillen bij camerasystemen efficiënt te kunnen opvangen en beveiligen.
- PND-3in1 kan bij analoge camerasystemen met en zonder externe bliksembeveiliging worden toegepast.
- PND-2in1 is voor IP-camerasystemen zonder Power over Ethernet (PoE) met en zonder externe bliksembeveiliging geschikt.
- Net Defenders worden bij IP-camerasystemen met Power over Ethernet (PoE) toegepast.
De ND-CAT6/E-B (type 1) kan in de bliksembeveiligingszones 0 naar 1 worden toegepast. Voor de bliksembeveiligingszones 1 tot 3 moet de ND-CAT6/E-F (type 2+3) worden gebruikt.
De apparaten worden geaard via de DIN-rail of een PE-schroefklem. Alle apparaten worden inclusief DIN-rail montageset geleverd. De PND-apparaten hebben een LED-bedrijfsindicatie voor eenvoudige functiebewaking op de bovenkant van de behuizing. Via de opgedrukte QR-code kan op elk willekeurig moment de montagehandleiding worden opgeroepen.
Om het beveiligingsniveau en het risico voor inkoppeling aan de beveiligde zijde gering te laten blijven, moeten de overspanningsbeveiligingen zo dicht mogelijk bij het te beveiligen apparaat worden geïnstalleerd. Ook moet de lengte van de verbinding van de overspanningsbeveiliging tot de lokale potentiaalvereffening zo kort mogelijk worden gehouden.
